Op de oevers van Brussels

Willemjan Vandenplas
2 min readApr 2, 2024

Als het Brussels Gewest een eiland is in België dan leef ik op haar oever. Lang geloofde ik dat ik op een grens leefde. Dat Napoleon zijn werk niet heeft afgemaakt en een onvolmaakt land heeft achtergelaten. Dat zich zoals een soldatenkoek in stukken aan het breken is.

Brussel is een eiland waar een zoete en zoute zee elkaar ontmoeten. Het stukje bitterheid dat we kregen van de Tweede Wereldoorlog is alvast tot specialiteit verheven. Het achterland is zuur omdat er te veel dennen bomen staan. En dennenzuur maakt alles kapot.

Toch moet het Brussels eiland zoet zijn, want ik keer elke keer opnieuw terug naar haar zoals een mier naar haar kolonie. Voor bitterheid in deze wereld is er al lang plaats, maar het zoet van Brussel is in voordurend eb en vloed. Het zoete eiland dijnt uit en trekt zich op sommige plaatsen terug uit de zoute zee.

Normaal is eens het zuur gepasseerd is er geen herstellen meer aan, maar tegenwoordig krijgt zuur zijn plaats. Ik vergeet vaak dat er voor zoetzuur wel plaats is, maar niet voor zoutzuur en zoutzoet. België is dus een palet van verschillende smaken met Brussel als een zoet eiland in het midden, want er is geen beter baas dan één die met zoet beloont.

Toch is mijn oever zoetzout en is dit een smaak waar je niet aangewoon geraakt. Ik ben in voortdurend conflict met mezelf omdat ik eens voor zoet kies en eens voor zout. Mijn belonging zijn zoet, maar mijn verslavingen zijn zout.

De vier smaken van België leveren een palet op dat doet denken aan Oosterse geneeswijzen of Bahreinse bruggen, natuurlijk ben ik niet de beste student in de klas. Dokters of Ingenieurs hebben meestal een theorie voor zulke transformeerders, toch zullen wij nooit rust kennen op de overs van zoetzout.

--

--

Willemjan Vandenplas

Auteur van ‘Dagboek van een Wereldburger’. Everything here is 'not published' and should be considered likewise.